Hij veroverde acht titels in het Belgian Rally Championship en is daarmee alleen recordhouder. Vanaf de eeuwwisseling domineerde Pieter Tsjoen de Belgische rallysport en in 2012 behaalde hij zijn laatste titel in het BRC. Dezer dagen is Pieter Tsjoen CEO van Vento en heeft hij zijn eigen rallyteam. Autosportwereld.be sprak met de meervoudig Belgisch kampioen rally over zijn passie voor de rallysport en de huidige situatie.
Hoe gaat het nu met jou en de familie?
“Het gaat goed, iedereen is gezond. Dat is het belangrijkste denk ik, er is niemand van mijn familie, vrienden of werknemers die ziek is, dat is het belangrijkste. De productie van ons bedrijf draait nog, maar nu begint het langzamerhand stil te vallen. We doen voornamelijk aan export, er zijn nog een aantal landen waar we kunnen leveren, maar bij landen zoals Frankrijk en het VK gaat dat niet meer. Het is natuurlijk geen aangename situatie, maar we trekken onze plan. We blijven positief, we blijven werken en hopen dat deze periode zo snel mogelijk achter de rug is. Gelukkig kan ik nog naar het werk komen, want het zou moeilijk zijn om de hele tijd binnen te blijven. Ik kan mij best wel voorstellen dat mensen zonder job of die technisch werkloos zijn, dat zij het momenteel moeilijker hebben. Ik hou mij veel bezig met de kinderen en sporten is ook belangrijk.”
Van waar komt de passie voor de autosport bij jou?
“De passie voor auto’s zit er van jongs af aan in. Ik herinner mij nog toen ik klein was, dat ik vooral veel video’s van crashes bekeek. Nu kan je dat dagelijks bekijken op social media, maar vroeger bij mij thuis was het nog een VHS-recorder, toen kon je cassettes kopen waar er veel crashes op staan. Die mannen waren mijn helden, enkele keren over de kop gaan en dan uitstappen en eens naar het publiek zwaaien. Ik vond dat fascinerend en zo begon de passie. Mijn vader was ook absoluut geen autofan, bij hem was het altijd voetbal, dus het was wachten tot ik mijn eerste centen verdiende om met rally te beginnen.”
Je bent met acht titels alleen recordhouder in het BRC, is er een titel die er voor jou uitspringt?
“Ik denk dat mijn eerste titel (2001) de mooiste is. Dat is de bevestiging van al het harde werk. In dat seizoen waren we dominant en ik was eigenlijk nog maar enkele jaren bezig met rally. Dan wonnen we dat seizoen als kers op de taart de Rally van Ieper. De eerste is altijd bijzonder, maar dan komt vaak het moeilijkste en dat is bevestigen en tonen dat ik geen eendagsvlieg ben. Naarmate de tijd vorderde, werden alle doelen bereikt en dan zakte de motivatie een beetje weg, er kwamen andere verantwoordelijkheden bij zoals kinderen en een zaak dat blijft groeien. Rally gaat dan van iets zeer belangrijk in je leven, naar iets wat bijzaak is.”
Was er dan ook de ambitie om een stapje verder te gaan in uw rallycarrière, bijvoorbeeld WRC?
“Nee, die ambitie is er nooit geweest. Er zijn daar enkele redenen voor. Eerst en vooral had ik heel snel door dat ik niet voldoende talent had om op dat niveau te presteren, om ergens als een betaald rijder aan de slag te kunnen. Anderzijds had ik al een zaak toen ik begon met rally, de zaak blijft ook steeds groeien. Je trouwt, hebt kinderen, meer medewerkers in het bedrijf, dan weet je dat de toekomst daar ligt. Er zijn er maar heel weinig die er in slagen om een goed betaalde carrière uit te bouwen in de autosport. Het is ook onzeker, je hebt een contract van een of twee jaar en als je minder presteert weet je niet of je kan blijven. Voor mij werd het snel duidelijk dat ik daar mijn beroep niet in zou vinden. Ik heb het altijd als een hobby gezien, maar toch op een redelijk niveau. Ik heb ook het geluk gehad dat ik al die jaren kon rijden met voldoende sponsors, waardoor ik zelf weinig geld heb moeten uitgeven.”
Je sprak ook over Dakar, kan dat een doel zijn voor de toekomst?
“Goh, ik ben nu 46 jaar, dat zal moeilijk worden. Alhoewel als je nu ziet dat Carlos Sainz Sr. op zijn 57ste Dakar nog kan winnen, is het misschien wel mogelijk. Als ik ooit Dakar zou rijden, zou het puur voor het avontuur zijn, niet om een resultaat te rijden. Het spreekt mij nu minder aan, moest het nog altijd Parijs-Dakar zoals vroeger geweest zijn (Afrika), dan stond dat zeker op mijn verlanglijstje. De rally werd dan verhuisd naar Zuid-Amerika en nu naar Saoedi-Arabië, het spreekt mij nu minder aan om daar te gaan ploeteren in het zand. Maar goed, zeg nooit nooit, als ik dan eens de kans zou hebben en met een goede omkadering zou ik dat wel eens willen doen.”