Met het heengaan van Luigi Cimarosti (1930-2019) blikt men automatisch terug op de gloriedagen van Luigi Racing in de Belgische en Europese toerwagenracerij, met de twee overwinningen (1974-1975) in de 24 Uren van Spa en de Europese toerwagentitel (1976) als hoogtepunten.
Luigi Racing verruimde evenwel al in ’80 de activiteiten naar het BK Rally en dat had alles te maken met het debuut van de BMW 323i Groep 2 (eerst met ‘Chavan’ en dan Delbar). Het was achter het stuur van die 323i dat Patrick Snijers, geholpen door de hattrick in ’81 in Spa-Dinant-Haspengouw, in ’82 een eerste kans kreeg van het Bastos Racing Team. Een samenwerking met rood-wit die liefst zestien jaar zou duren en borg stond voor een pak overwinningen, titels en, niet op zijn minst, een internationale doorbraak dankzij de onuitgegeven zege in de Manx Rally (opnieuw in een BMW maar van het Engelse Prodrive).
In ’78 verkreeg Luigi in de steeds meer populaire Productie-racerij – geholpen door de komst van de Belga Capri’s – nog sponsoring van het pas gelanceerde Lotto voor BMW’s 530, maar in het programma van BMW Belgium moest hij plaatsruimen voor Juma en Waterloo Motors. Het debuut van de allereerste Juma-BMW vond trouwens zijn oorsprong bij Luigi, want de BMW 3.0 CSL waarmee Joosen-Berndtson-Witmeur o.a. de start namen in de 24 Uren van Spa in ‘76 was een ex-Valvoline Luigi BMW van ‘75, omgebouwd van Formule Francorchamps naar de toen geldende Gr2 76. Ook ex-Luigi-rijders vonden hun weg naar de Antwerpse BMW-familie met de overstap van Luigi’s schoonbroer Jean Xhenceval in ’81 en ’83 als meest markante transfer!
Hoewel Luigi Racing in ’79 met steun en sponsoring van de familie Van Hove (lees vader Albert Van Hove) in het Europees toerwagenkampioenschap nog een BMW 3.0 CSL runde voor het trio Xhenceval-Dieudonné-Van Hove – met als grote rivaal de… Alpina Juma BMW van Joosen-Grano! – onthouden we van die periode in de eerste plaats de komst van Camaro’s en vooral vanaf ’82 de Alfa Romeo GTV voor een Europese campagne en de 24 Uren van Spa. In de kleuren van Boule d’Or behaalden Giorgio Francia – Alfa-testrijder -, Georges Cremer en Guy Pirenne met zo’n Luigi Alfa GTV in Spa in ’85 een prachtige 9de plaats algemeen en 1ste in de Divisie 2. Ook met Boule d’Or mocht Gaby Goudezeune in een gelijkaardige GTV naar het BK Rally en in ’86 liet Luigi, nog steeds met Boule d’Or, in het BK Productie de nieuwe Alfa 75 Turbo debuteren (een knappe zege van Hervé Régout in de openingsmanche).
In ’87 pakte Alfa Corse in het WK Toerisme uit met klinkende namen – Nannini-Andretti, aub – maar nog voor de overzeese campagne moest beginnen, schrapte Milaan alle activiteiten om zich toe te leggen op de bouw van een Alfa 164 Silhouette in het door Bernie E. gelanceerde Pro-Car-kampioenschap. Wegens te weinig interesse van andere constructeurs kwam er niets van in huis en de 164 verdween naar het Alfa-museum.
Luigi Racing zag zich steeds meer verplicht betalende rijders onder dak te nemen en dat woog door in de zwakke resultaten van de Gr.A-Alfa. In ’88 volgde nog een Europese campagne met Sierra’s Cosworth en Thierry Tassin als kopman. Na het behalen van een 3de plaats (met Tassin-Andruet, achter de Schnitzer M3 van Van de Poele-Ravaglia en de Eggenberger Sierra van Dieudonné-Biela) in de Zolderse EG Trophy werd het stil in Comblain-au-Pont.
De werkplaats en de activiteiten werden onder de vlag van European Luigi Racing overgenomen door schoonzoon Marc Vandeghen, die zich vooral specialiseerde in het vervaardigen en aanleveren van competitie onderdelen, vaak in onderaanneming met JAS Motorsport en een belangrijk programma in het La Réunion Rally Championship met de Civic Type R.
(© Koen Wijckmans: tekst en foto)
