De DTM timmert lekker aan de weg. Een week na de aankondiging van een eigen GT-serie komt promotor en organisator ITR nu met een plan voor een innovatieve serie voor raceauto’s met elektrische aandrijving, waarbij kan worden gekozen tussen accu’s (BEV) of brandstofceltechnologie. Verrassend is ook het voorgestelde concept van pitstops, waarbij tijdens de race de wielen en de accu’s danwel de waterstoftank in de bodemplaat door industriële robots worden gewisseld. Gesproken wordt over een systeemvermogen tot 1000 pk. Een haalbaarheidsonderzoek moet uitwijzen of een dergelijke serie in de praktijk kan worden gerealiseerd, maar ITR-bestuursvoorzitter Gerhard Berger toont zich optimistisch: “Met dit concept willen we laten zien, dat we open naar de toekomst kijken en werken aan de autosport van morgen.“
Tekst: René de Boer
Foto’s: © DTM
Berger, die sinds zijn aantreden als bestuursvoorzitter van de ITR in 2017 constant gesprekken met autofabrikanten voert om de toekomst van de DTM te garanderen, onderkent de vraag naar elektrische aandrijving in de autosport vanuit de industrie. “Wie de toekomst van de autosport vorm wil geven en ook met alternatieve aandrijving voor racesport wil zorgen waarvan de fans enthousiast worden, moet verder vooruit kijken. En dat fabrikanten die in de autosport actief willen zijn, zich in toenemende mate op alternatieve aandrijving richten, is overduidelijk.”
Hybridetechnologie vanaf 2022
Sinds het afgelopen seizoen worden in de DTM krachtige tweeliter viercilinder turbomotoren gebruikt, goed voor een vermogen van ruim 600 pk. Ook wordt sinds kort getest met een high-performance-brandstof, die minder belastend is voor het milieu. Daarnaast wordt samen met de deelnemende fabrikanten en externe ontwikkelingspartners gekeken naar een hybridesysteem in combinatie met de bestaande tweeliter turbomotoren. Het doel is om in 2022 hybridetechnologie in de DTM in te voeren.
Met het idee van een serie voor elektrische auto’s in het voorprogramma gaat de DTM-organisatie nog een stap verder. Het concept is gebaseerd op auto’s die met het oog op kostenbesparing technisch grotendeels identiek zijn. Fabrikanten kunnen echter voor hun eigen specifieke vormgeving van de auto’s zorgen. Met een piekvermogen van 1000 pk worden topsnelheden van ruim 300 km/u mogelijk. Uiteraard speelt ook de veiligheid een belangrijke rol. Voor de uitwisselbare accu of waterstoftank wordt een box als bescherming tegen ongevallen of brand ontwikkeld.
Afhankelijk van technische haalbaarheid, financiering en belangstelling
Of een dergelijke serie kan worden gerealiseerd, hangt met name af van de technische haalbaarheid, de financiering van de ontwikkeling en de belangstelling van fans, fabrikanten, teams en sponsors. De ITR biedt naar eigen zeggen een sterk platform met de professionele DTM-evenementen in Duitsland en overige Europese landen, een groot publiek en internationale TV-verslaggeving. De organisatie spreekt van een “kwantumsprong in de autosport, die grote technische en organisatorische uitdagingen, maar ook kansen met zich meebrengt.
Gerhard Berger zegt over de achtergrond van dit nieuwe initiatief: “We moeten open staan voor ontwikkelingen in de serieproductie. Vertaald naar de autosport betekent dit, dat hybride of elektrische aandrijving weliswaar op sommige terreinen worden toegepast, maar in mijn ogen ontbrak het tot nu toe aan een echt nieuw, fascinerend concept. En naast miljoenen autosportfans over de hele wereld is er nu eenmaal ook een groot aantal automobielconcerns en toeleveranciers, waarmee wij in contact staan en die graag actiever zouden worden in de autosport. Voor hen bieden wij nu iets nieuws.”
“Spectaculaire wiel-aan-wielduels”
Berger stond tot dusver niet bepaald bekend als fan van elektrische autosport en uitte zich kritisch over de Formule E. Vanwaar nu dit initiatief? “Ik heb altijd gezegd dat de Formule E als marketingplatform zijn bestaansrecht heeft en dat ik begrijp, waarom vele concerns daar actief zijn. Mijn kritiek had betrekking op de autosport, omdat ik de auto’s te langzaam vind en de rijstijl zeer sterk bepaald wordt door strategie en energiemanagement. Dat zou bij de auto’s die de ITR in deze conceptstudie heeft gepresenteerd, heel anders zijn. Hier praten we over krachtige machines, die spectaculaire wiel-aan-wiel-duels mogelijk maken, net als in de DTM. En nog een ander voordeel: deze auto’s lijken op de auto’s die bij de dealers staan, zodat ook fans zich ermee kunnen identificeren.”
Of de serie kan worden gerealiseerd, hangt volgens Berger van meerdere factoren af: “Allereerst natuurlijk de technische haalbaarheid. Dat onderzoeken we nauwkeurig en daarvoor hebben we de kennis nodig van specialisten uit segmenten, waarmee de ITR tot dusver niet eerder van doen had, zoals accu- of robotfabrikanten, als je denkt aan de ambitieuze en baanbrekende technologie bij de pitstops. Dan speelt natuurlijk ook de financiering van de ontwikkeling een grote rol. Net als in de DTM moeten de kosten onder controle gehouden worden, en dat kan alleen maar, wanneer een groot deel van de ontwikkeling centraal geregeld wordt en belangrijke technische componenten als de elektrische aandrijflijn met elektromotoren, elektronica en accu of brandstofcel uniforme componenten zijn. We hebben in de DTM al een efficiënt concept met uniforme onderdelen en kunnen dat daarmee goed beoordelen.“