We vinden op de sociale media te vaak minder fraaie dingen, maar soms ook heel terechte bemerkingen en prima ideeën. Stijn Van den Berge, deelnemer aan de BGDC, zette zijn positieve bemerkingen op het virtuele papier en dat klonk zo:
“Patrick (organisator BGDC nvdr), ik kan je bijtreden in wat je zegt. Het is een heel toegankelijk kampioenschap waar het plezier primeert. Als organisatie doen jullie daar ook alles aan, waarvoor mijn complimenten. Al denk ik niet dat het ene meteen het andere hoeft uit te sluiten. Wat ik eerder formuleerde met het oog op verhoogde spankracht was dan ook alles behalve als kritiek bedoeld. In tegendeel, naast de stevige basis die er staat, liggen er mogelijkheden om de toegankelijkheid en aantrekkingskracht van de BGDC naar een hoger niveau te brengen.
We nemen in de eerste plaats allemaal deel voor ons plezier. Daarnaast geloof ik dat verhoogde competitiviteit het plezier nog verder kan opkrikken. Die competitiviteit is niet in elke klasse even sterk aanwezig, mogen we wel stellen.
Maatregelen om de spanning te verhogen hoeven niet per definitie geld te kosten of extra technische controles te vereisen. Dat vraagt extra resources, wat dan weer de grote toegankelijkheid van het kampioenschap in het gedrang kan brengen. BOP is in dat opzicht een minder geschikte oplossing moet ik toegeven.
Wel geloof ik in de toepassing van normtijdklassen, wat in mijn ogen ook past bij de filosofie van de BGDC. Dit staat boven cilinderinhoud, vermogen, gewicht of aerodynamica. Racen gaat over het klokje en hoelang dat klokje tikt tijdens één rondje op het tracé. Wagens op die basis verdelen in minicompetities, kan voor die extra spanning zorgen.
Waarom moeten een Peugeot 308, een Porsche Cayman en een BMW M235i ondergebracht worden in 3 verschillende klasses, terwijl ze tijdens een wedstrijd tijden draaien die binnen een vork van 3 seconden liggen? Of een Renault Clio die op het circuit ronde na ronde de strijd aangaat met een BMW 325i, maar daarmee niets opschiet in de eigen klasse?
Ik durf dan te dromen over klasses waar deze wagens echt de strijd aangaan met elkaar daar waar ze dat horen te doen, op het circuit. Waar 10 tot 15 wagens strijden voor een podium in de klasse, in de plaats van een handvol wagens die bij een finish zeker zijn van het podium. Met over 6 verschillende races mogelijk 6 verschillende klassenwinnaars. To finish first, you must first finish. Met die gedachte in ruime klassen wordt regelmaat nog belangrijker. Daar gaat endurance racen over. De concurrentie wordt groter en de onderlinge kloven kleiner. Ik droom van de schoonheid van de BGDC, alleen nog schoner.
Communicatie drijft verandering, dus bedankt om dit debat te openen”
© Foto: Marc Quivrin