Naast de strijd in de respectievelijke Belgische en Nederlandse Ford Fiesta Sprint Cup is er dit jaar de Dutch Belgian Super Star. Het in het leven roepen van deze Holland-België heeft natuurlijk alles te maken met het feit dat dit jaar, op één race na, gezamelijke races worden betwist. Er gelden nog steeds gescheiden klassementen, maar met het toekennen van punten (20 voor de 1ste, 19 voor de 2de, 18 aan de 3de, enz.) aan de eerste twintig finishers ‘overall’ beleven we op de piste meer dan virtuele duels tussen het Noorden en het Zuiden!
In de voorlopige klassering leidt Nederlander Daan Pijl sterk, voor landgenoot Laurens de Wit en Belg David De Saeger. Het was deze laatste die zich in de finale race tijdens het weekend van de TCR Spa 500 tussen Pijl en Colin Caresani wist te wringen en beslag te leggen op een 2de plaats. Eerder vocht dan weer Philippe Huart in de eerste confrontatie met dezelfde Pijl voor de 2de plek, achter de ongenaakbare Rik Koen.
Het score van de Belgen toont duidelijk aan wie zich aan de spits van het Belgisch-Nederlands peloton het beste wist te manifesteren en regelmatig te gaan voor een plaats op het podium. Op dat vlak presteerde Kenny Herremans het sterkst met vier podiumplaatsen. Bert Longin stond drie keer in de Top 3, maar hij is tot hiertoe de enige Belg die de vloer volledig aanveegde met alle Nederlanders. De meest regelmatige Belg is David De Saeger en na de afspraak in de Ardennen klimt hij op naar de 3de plaats, juist voor Kenny Herremans.
“Dat de Belgen in het algemeen klassement vooraan met de Nederlanders meespelen, is het bewijs dat wij niet voor hen moeten onderdoen,” benadrukt de rijder van de # 25 Vanspringel Automobiles. “Hoewel het bij aanvang van het seizoen niet onze eerste zorg was, geraakte ik steeds meer gemotiveerd om een plaats op te eisen aan de spits van het peloton en de Nederlanders van antwoord te dienen. In de finale ga ik zeker voor de Top 3 van de Dutch Belgian Super Star. De prioriteit blijft natuurlijk het verdedigen van de Belgische titel, maar indien ik parallel ook kan scoren in deze Nederland-België, dan zal ik die kansen zeker grijpen.”
De Dutch Belgian Super Star blijft duidelijk (nog) ondergeschikt aan het belang dat sommigen hechten aan de posities (en de winstkansen) in één van de onderlinge competities. “In het heet van de strijd denk je makkelijker aan de Belgische punten dan eervol te finishen voor één of andere Nederlander,” stelt Philippe Huart, 3de in Race 1. “Zo verkoos ik Pijl te laten gaan voor de 2de plaats, omdat ik mijn leidersplaats bij de Belgen niet langer in gevaar wou brengen en daarom gas terug nam. Langs de andere kant doet het wel deugd om naast jonge Nederlandse snaken op het podium plaats te nemen van de Dutch Belgian Super Star: het toont aan dat ik als ‘minder jonge god’ nog niets van mijn kunnen heb verloren!” Eens te meer zijn de promotoren van de Ford Fiesta Sprint Cup erin geslaagd om met de Dutch Belgian Super Star de onderlinge strijd nog wat aan te scherpen. Met deur-aan-deur gevechten staat de Ford Fiesta Sprint Cup immers borg voor mooie inhaalacties, onverwachte wendingen en niet op zijn minst een vol veld Belgische en Nederlandse Fiesta-coureurs die ronde na ronde voor elke plaats knokken!
Tijdens de Finale Races op TT Circuit Assen valt het doek en kennen we de Top 3 en dus de winnaar van de eerste editie van de Dutch Belgian FFSC Super Star!
Dutch Belgian Super Star: 1. Daan Pijl 165; 2. Laurens de Wit 153; 3. David De Saeger 135; 4. Kenny Herremans 126; 5. Colin Caresani 125; 6. Rik Koen 120; 7. Bert Longin 111; 8. Philippe Huart 103; 9. Youri Verswijveren/Jorn Boertien 97; 10. Liroy Stuart 87; 11. Jari Benschop 86 ; 12. Dylan Derdaele 68; 13. Rop Rappange 52; 14. Belle Rappange 52; 15. Jules Grouwels, Nathan Vanspringel 51; 17. Dimitri De Vos 43; 18. Paul Sieljes, Ronald Bezuur 38; 20. J. Land 33; 21. Giovanni Van Lil 32; 22. Alexander Borgmans 23; 23. Hanne Terium 22; 24. Tom Feyaerts 16; 25. Toon Bosmans, Edward Grouwels 12; 27. Mathieu Eloy 10; 28. Kristoff Cox 6; 29. Dilango de Vos 5; 30. Gilles Vervisch, Bart Versluys 4; 31. Raf Pireyn 1