Ondanks de pech die hem lijkt te achtervolgen, toonde Ugo de Wilde op de Hungaroring in moeilijke omstandigheden nog maar eens dat hij een talent is en de juiste snelheid bezit. Al ging dat niet gepaard met de bijpassende resultaten. Hopelijk keren de kansen binnenkort in zijn voordeel.
Eens te meer keerde de jongste rijder binnen het peloton van de Eurocup Formula 3 Renault niet naar huis terug met het verhoopte resultaat. Als er al een prijs zou worden uitgedeeld voor pech, dan zou hij die in Budapest weer vlot hebben gewonnen. Het was inderdaad nog maar eens een teleurstellend weekend, maar de 16-jarige Brusselaar haalde er toch heel wat positieve zaken uit. “Het eerste positieve element is dat ik een leuke piste ontdekte, die mij deed terugdenken aan mijn tijd in de karting. Het is een veeleisende baan, zowel fysiek als mentaal, waar je maar een paar seconden hebt iedere ronde om wat uit te blazen”, legt de rijder van JD Motorsport uit. “Het circuit beviel me dadelijk en hoewel we er te lang over deden om op deze bandenvretende achtbaan de ideale bandendruk te vinden, kon ik eens we de juiste afstelling hadden gevonden de vierde tijd zetten in de vrije trainingen, op drie tienden van de snelste tijd.”
Het was een prestatie die in het begin van de kwalificatietrainingen werd bevestigd, op een delicate piste waar het hier en daar nog vochtig was. “Men maakte de fout om mij de eerste ronden met regenbanden op pad te sturen. Ik moest terugkeren naar de pits met nog elf minuten te gaan in de sessie om slicks op te leggen. Ik voelde me al heel gauw op mijn gemak. Na een paar rondes stond ik al op de derde positie, terwijl ik een van de laatsten was die slicks was gaan halen. Het ritme was goed. Ik verbeterde nog toen ik plots gestopt werd in mijn elan, en in volle gebruiksperiode van de banden, door nog maar eens een rode vlag, een gevolg van een ongeluk van Patrick Schott. Dat is nu al de vijfde keer! Ik keerde dus terug naar de pits en vertrok voor nog twee ronden maar de banden kwamen nooit meer op de juiste temperatuur. Ik viel terug naar de 7de positie, op zes tienden van de tijd van Victor Martins die onmiddellijk met slicks was vertrokken, net als de drie rijders van MP Motorsport voor mij.”
“Best of the rest”, net achter de zes rijders van de twee topteams en op minder dan een tiende van een seconde verwijderd van de leider in het kampioenschap, Oscar Piastri. Daarmee kon Ugo zich toch nog tevreden stellen. Maar de eerste race zou een nachtmerrie worden voor de wagen met nummer 27. Hij werd, net als vele anderen verrast door een felle regenbui in de formatieronde. “Het regende pijpenstelen toen ik uit de pitlane kwam, je had geen zicht en zelfs in vierde versnelling ging de wagen in aquaplaning,” vertelt hij. “Met koude banden was ik dus heel voorzichtig. Maar blijkbaar dan toch niet genoeg want toen ik bocht nummer 8 nam, ging ik zonder dat ik gas of rem aanraakte, helemaal rond aan 80 km/u. Het was als rijden op ijs. Ik kwam terecht in de grindbak waar ik al snel het gezelschap kreeg van de Spanjaard Benavides en van de leider in het kampioenschap, Oscar Piastri. Ook hij liet zich verrassen ondanks een dubbele gele vlag. Gelukkig raakten de drie wagens elkaar niet. Ik hoopte dat men mij snel zou komen takelen, weg uit deze penibele situatie, maar het reglement zegt dat dit niet mag. Ik moest dus domweg de handdoek in de ring gooien. Ik maakte me des te kwader omdat de race uiteindelijk niet werd gehouden, gezien de omstandigheden. Toen men drie wagens in de zandbak zag, besloot de organisatie om de start achter de safety car te geven. De andere rijders legden vier trage rondes af en kregen halve punten. Het was duidelijk dat onze eenzitters niet te rijden waren in die omstandigheden maar de pech viel mij weeral te beurt. Mijn ploeggenoten vertelden me dat als ik niet voor hen naast de baan was gegaan, zij waarschijnlijk zelf in de val waren gelopen.”
Zondag
Opnieuw in het zadel hoopte Ugo zich te herpakken op zondag met een kwalificatie die werd verreden onder omstandigheden die gelijkaardig waren aan die van de vorige dag, op een opdrogende piste. “Deze keer vertrok ik onmiddellijk op slicks, ik warmde ze goed op en midden in de sessie reed ik telkens ik de lijn passeerde in eerste, tweede of derde positie. En dan plotseling, op vijf minuten van het einde van de sessie voelde ik een verlies van vermogen. De wagen was niet meer vooruit te branden op de rechte lijn. Ik keerde dus terug naar de pits terwijl iedereen op de baan zich stelselmatig verbeterde en tot een seconde per ronde won. Het overdrukventiel was kapot op mijn wagen en ik had geen turbodruk meer. Uiteindelijk belandde ik zo op een 18de plaats. Het wil dus maar niet lukken…”
Ugo hield het moreel en zijn strijdvaardigheid hoog, ook al startte hij achteraan het veld op een baan waar het zeer moeilijk is om in te halen. Maar de tegenslag lag weer op hem te wachten bij het ronden van de eerste bocht. “Ik nam een zeer goede start en won gelijk drie plaatsen. Voor mij was er een aanrijding in de remzone naar de eerste bocht. Ik reed links en had geen andere mogelijkheid dan de wijde lijn te kiezen, diep in de uitloopzone, om de crash te vermijden. Twee wagens van het team van Alonso reden rechts van me en ik kon dus niet indraaien. Mijn ploeggenoot Joao Vieira die achter mij vertrokken was, koos voor de binnenkant van de bocht en eindigde de race als achtste. Ik moest al zigzaggend weer de baan op en eindigde uiteindelijk elfde. Ik zat vast achter twee tragere deelnemers, ik verloor veel neerwaartse druk en ik had niet genoeg topsnelheid om iets te ondernemen op het rechte stuk. Zelfs in de slipstream kon ik niets anders dan hen volgen.”
Ook al is de eindbalans van de verplaatsing naar Boedapest niet goed, toch blijft Ugo optimistisch. “We hebben echt een wagen om in de top 5 of top 6 te rijden. We beginnen nu stilaan de juiste afstellingen te vinden. Bij JD ligt dat moeilijker want mijn twee teamgenoten zijn debutanten, net als ik, terwijl al de andere teams rijders hebben die al een jaar overdoen of meer ervaren zijn. Ik hoop dat deze zwarte reeks eens gaat eindigen. Er blijven nog drie meetings te gaan en ik kan nu al niet wachten om in Barcelona opnieuw van start te gaan binnen drie weken. Daar haalde ik voor de allereerste keer een podium met een eenzitter, dat was twee jaar geleden bij mijn debuut in de F4. Toen was ik nog maar 14 jaar oud. Ik hoop dat ik zoiets terug mag beleven. Het is zeker niet onmogelijk. Ik vraag zelfs niet om bijval, maar gewoon geen tegenslag meer a.u.b. zodat ik aan mijn partners eens kan tonen dat ik een nieuwe kans verdien in 2020, zoals ook 22 van de 23 kampioenen in de Eurocup me voordeden. Het is in moeilijke tijden dat men het meeste bijleert en dat een ijzeren karakter wordt gevormd. Wees maar gerust, ik laat het hoofd niet hangen en ik zal sterker dan ooit terugkomen.”
(persbericht)