Autosportwereld.be schoof in de aanloop naar de Total 24 Hours of Spa aan bij René Rast, de onbetwiste nummer één van Audi Sport in het DTM en dit weekend samen met Nico Müller en Robin Frijns één van de speerpunten in de 71ste editie van de mooiste uithoudingsrace van ons land en ver daarbuiten. Rast verdedigt de kleuren van Belgian Audi Club WRT en komt naar de Ardennen voor een derde zege, na 2012 en 2014.
Je leidt in DTM, een kampioenschap dat je al won in 2017, heeft dat je leven veranderd?
“Ik hoop vooral dat ik dezelfde persoon ben gebleven, dat ik voor vrienden of familie niet veranderd ben. Uiteraard veranderde mijn leven de afgelopen jaren, want DTM is toch een zeer hoogstaande competitie en uiteraard word ik bijvoorbeeld in de paddock van een raceweekend meer herkend. Maar daarbuiten? Neen, ik kan nog steeds rustig op straat rondlopen. Maar dat geldt ook voor de helft van de F1-rijders die niet word herkend, zelfs niet door mensen die regelmatig naar F1-wedstrijden kijken. Ik heb vrienden die F1 volgen en zeker Hamilton of Vettel zouden herkennen, maar daarbuiten? DTM-rijders zijn bekend bij de echte diehard autosportfans, maar dat is niet zo een grote groep. Ik heb wel meer moeten leren neen zeggen, want in DTM heb je al je energie nodig om te presteren. Er is ook meer activiteit tijdens een raceweekend, het is intenser. Meer debriefings, meer contacten en dan dien je, om jezelf te beschermen, wel eens neen te zeggen. Je zoekt een compromis tussen het contact met de fans en je eigen energiebalans. En naarmate het kampioenschap vordert en de titelstrijd losbarst is alle rust die je kan hebben belangrijk.”
Is Spa dan ‘makkelijker’?
“Uiteraard. Dit is meer relax als aanpak dan een DTM-weekend, ik herken de sfeer van de voorbije jaren meteen. Die rustige momenten zoals vandaag (vrijdag nvdr.), die heb je in DTM gewoon niet, zelfs niet deels. Er is altijd wel een vorm van stress in een DTM-weekend. Dat betekent echter dat ik niet van Spa hou, of dat ik deze race niet ernstig neem, in tegendeel. Je bent hier voor een constructeur en je wil winnen. Ik tracht wel minder wedstrijden buiten DTM te rijden, maar ook daar, je bent vertegenwoordiger van een merk en zij bepalen je programma, in samenspraak uiteraard.”
Wie ga je moeten afhouden in de race om te winnen?
“Ik heb de concurrentie nog niet in detail bekeken, maar er is niet één enkele ‘bijzondere’ concurrent. Wie wil winnen moet sneller zijn dan de andere wagens van het eigen merk en daarbuiten kunnen nog heel wat andere wagens van de andere merken winnen. Nu moet je niet meteen de snelste wagen van het lot hebben, kijk naar Audi tijdens de 24 Uur van de Nürburgring. Audi was zeker niet sneller dan de concurrentie, maar won wel, het team maakte geen fouten, had geen problemen en op het einde kwam een Audi R8 wel als eerste over de meet. Spa is ook een lange race en bovendien is onze auto goed in de regen.”
Hoe ga je als sportman om met die hitte?
“Ik ga niet ontkennen dat het zwaar is, maar de airco in de helm is een enorm voordeel. Dat koelt voldoende af, zelfs zonder verder systeem in de wagen. En bovendien rij je voor de race niet zo erg veel en tijdens de race gaat het een pak frisser zijn.”
Hoe zie jij de toekomst van de autosport, over pakweg 10 jaar?
“Ik hoop uiteraard dat er nog autosport zal zijn, op de manier die wij kennen, met lawaai, passie… Eigenlijk is het al een succes dat er vandaag in deze wereld, nog autosport is. Maar vergeet niet dat de generatie van onze kinderen, misschien wel anders tegen autosport zal aankijken. Sowieso ga ik er van uit dat de elektrische autosport een stevige stap voorwaarts zal zetten, onder welke vorm ook.”