Guillaume de Mévius en Martijn Wydaeghe stonden na afloop van een bijzonder zware Rally van Sardinië aan de finish. Na een fout op de eerste dag, waardoor de Belgen ’s anderendaags in SuperRally moesten vertrekken, wisten de leden van het RACB National Team geleidelijk aan hun tijden te verbeteren, zeker bij de tweede doortocht over de proeven.
Twee weken nadat ze de finish van de Rally van Portugal behaalden stonden Guillaume de Mévius en Martijn Wydaeghe met de zwart-geel-rode Citroën C3 R5 aan de finish van de Rally van Sardinië.
“Ondanks de mooie landschappen en de zomerse weersomstandigheden werd dit geen gezondheidswandeling”, glimlachte Guillaume de Mévius kort nadat hij zijn bolide in het gesloten wagenpark van Olbia had geparkeerd. “Het parcours in Sardinië is lastig, zeker door de blinde bochten op de vaak smalle onverharde wegen. Om er goede tijden neer te zetten moet je over perfecte nota’s beschikken. Met corijder Martijn staan we nog niet zo ver, maar we werken er hard aan. Na afloop van elke lus hebben we heel wat verbeteringen aan onze nota’s doorgevoerd. Dat liet ons toe om bij elke tweede lus het ritme wat te verhogen. Rally is een discipline die wat ervaring vereist. Ik moest vaststellen dat het terrein hier, en net zoals in Portugal, weinig raakpunten vertoont met het Franse onverhard waarmee ik in het verleden te maken kreeg. Hier in Sardinië was een pak zwaarder. Dat is een parameter waar we rekening moeten mee houden. Op basis van die vaststelling denk ik dat we goede tweede lussen hebben neergezet.”
Voor de jonge Belgische rallyrijders wordt het nu een lange zomerpauze.
“Onze volgende WRC2-wedstrijd is de Deutschlandrally, eind augustus”, legt Guillaume de Mévius uit. “Een wedstrijd die ik heel wat keren als toeschouwer bezocht. Ik kan haast niet wachten om er met de Citroën C3 R5 in de kleuren van het RACB National Team aan de start te staan.”
(persbericht)
