Hij werd lang onderschat, maar na enkele moeilijke jaren heeft Frédéric Vervisch eindelijk een oververdiende plek verworven in de wereld van de autosport. Samen met Dries Vanthoor maakte hij dit seizoen promotie door als officiële Audi-rijder in actie te komen, maar in tegenstelling tot zijn jongere collega komt de West-Vlaming niet met WRT aan de start van de 24 Uur van Spa. “Saintéloc is een warmer team, al zal dat geen impact hebben op mijn prestatie.”
Frédéric, maak eens de balans op van jouw seizoen tot nu toe?
“Ik oordeel mijn seizoen vooral op basis van het WTCR, door het mondiaal karakter van dat kampioenschap. Ik ben tevreden over mijn prestaties, vooral door mijn drie podiumplaatsen en het feit dat we verschillende keren als beste Audi uit de bus zijn gekomen. De prestaties zijn echter niet constant genoeg. Dat moet dus absoluut beter in de tweede seizoenshelft.”
Hoelang duurt het om de knop om te draaien tussen de GT3- en de TCR-wagen van Audi?
“Dit klinkt misschien ongelofelijk, maar ik heb amper tijd nodig om me aan te passen bij de overstap van de ene naar de andere auto. Dat is dan ook een van mijn sterke punten. Het voelt allemaal heel natuurlijk aan en de referentiepunten komen als het ware automatisch weer naar boven. Het klopt dat ik in het WTCR misschien nog iets beter zou kunnen doen door mij alleen op die discipline te concentreren, maar die stelling is louter hypothetisch en ik ben tevreden met mijn huidige situatie.”
Dat aanpassingsvermogen is een bijzondere kwaliteit, want heel wat rijders, zoals Antonio Garcia vorig jaar, die uit andere disciplines komen, kunnen zich maar moeilijk aanpassen. GT3 is een specialisatie geworden…
“Inderdaad. Ik besef dat ik misschien wel de uitzondering ben die de regel bevestigt. Audi is uiteraard ook op de hoogte van mijn kwaliteiten, anders hadden ze me nooit in beide competities ingezet.”
Je staat aan de start van de 24 Uur van Spa met Saintéloc Racing, een warmer team dan WRT?
“Ik heb dat inderdaad gezegd na afloop van de testdag, maar aan het begin van het raceweekend heb ik gemerkt dat alles er toch enorm professioneel uitziet. Ik dacht tijdens de testsessie met iedereen kennisgemaakt te hebben, maar plots zijn er toch veertig extra mensen aangevoerd om deze 24 Uur van Spa door te komen. Dit team blijft wel een stuk familialer aanvoelen. Dit is geen verwijt naar WRT toe, maar het is onvermijdelijk dat je je als rijder of mecanicien meer een nummer voelt in een team dat vorig seizoen zes wagens aan de start bracht. Bovendien bestaat WRT door zijn omvang vooral uit zelfstandigen die niet noodzakelijk vast verbonden zijn met WRT. Saintéloc bestaat bijna uitsluitend uit mensen die hun dagen doorbrengen bij het team, die elkaar dan ook allemaal kennen. De structuur is ook een stuk eenvoudiger: ik weet meteen bij wie ik terecht moet als ik met vragen zit. Maar ik voel me bij beide teams thuis en die verschillende context zal nooit een impact hebben op mijn prestaties.”
Twee van de opmerkelijke wijzigingen op sportief vlak zijn de invoering van de jokerpitstops en het nieuwe strafbarema voor overtredingen van de track limits. Hoe zie jij die veranderingen?
“Ik ben niet overtuigd van het nut van de jokerpitstops, omdat we gemerkt hebben dat we relatief weinig tijd kunnen winnen door geen rekening te houden met de minimumtijd. Alleen wanneer je een halfuur eerder een pitstop hebt gemaakt en het begint plots te regenen, kan het handig zijn om even te tanken, regenbanden te monteren en zo snel mogelijk weer te vertrekken. De nieuwe straffen voor het overschrijden van de limieten van het circuit zijn weliswaar minder streng, en dus leuker voor het publiek, maar het blijft toch een slechte zaak om vijf, tien, of vijftien seconden te verliezen. Wat ik daarentegen écht jammer vind, is dat er nog altijd niet gewerkt wordt met sensoren om overtredingen te registreren. Nu wordt er gerekend op een menselijke interpretatie en dan is een foutenmarge, zeker wanneer de vermoeidheid begint toe te slaan, altijd mogelijk.”
(Foto’s: SRO – Vervisch)