Jaguar Classic herstart de productie van de iconische D-Type racewagen in Coventry, 62 jaar nadat het laatste exemplaar werd gebouwd in 1956. De eerste Jaguar D-Type die door Jaguar Classic werd geassembleerd, een technisch prototype, beleeft deze week zijn wereldwijde debuut op het Salon Rétromobile in Parijs. Slechts 25 nieuwe exemplaren van de D-Type zullen minutieus met de hand worden gebouwd door Jaguar Land Rover Classic Works in Warwickshire.
In 1955 plande Jaguar om 100 D-Types te bouwen. Maar aangezien slechts 75 exemplaren het levenslicht zagen, vervult Jaguar Classic nu die oorspronkelijke ambitie door de resterende 25 exemplaren van de sportwagen te bouwen volgens de originele specificaties van die tijd.
De D-Type, die tussen 1955 en 1957 drie keer de 24 Uren van Le Mans op zijn naam schreef, werd aangedreven door de XK-zescilindermotor. Elk aspect van de D-Types die we vanaf 2018 bouwen voor onze klanten, beantwoordt precies aan de authentieke, originele specificaties.
Tim Hannig, directeur van Jaguar Land Rover Classic, verklaarde: “De Jaguar D-Type is een van de mooiste en meest iconische racewagens aller tijden en heeft een uitstekend palmares in ‘s werelds zwaarste autoraces. Ook naar hedendaagse normen ziet hij er spectaculair uit. De kans om het succesverhaal van de D-Type voort te zetten door de origineel geplande productie in Coventry te vervolledigen, is een uniek project dat onze experts van wereldniveau bij Jaguar Land Rover Classic met trots realiseren.”
De D-Type is het derde ‘voortzettingsproject’ van Jaguar Classic, na de zes ontbrekende uiterst lichte E-Types die in 2014-15 werden gebouwd en de negen XKSS-exemplaren uit 2017-2018.
Het minutieuze onderzoek van Jaguar Classic-experts, met exclusieve toegang tot de originele tekeningen en informatie van Jaguar, verzekert dat elke nieuwe D-Type gebouwd zal worden volgens de authentieke specificaties die competitiemanager Lofty England en zijn ingenieurs in de jaren vijftig bepaalden. Kopers van de D-Type krijgen de keuze tussen een ‘Shortnose’ volgens de specificaties van 1955 en een ‘Longnose’ volgens de specificaties van 1956.
Het technische prototype is de Longnose-versie volgens de specificaties van 1956, die zich onderscheidt door zijn langere motorkap, de kenmerkende vin achter het hoofd van de bestuurder, de brede hoek van de cilinderkop en de snel te vervangen remzadels.
“De negen van de D-Type afgeleide XKSS-exemplaren bouwen gaf ons heel wat voldoening en was een nog grotere uitdaging dan de zes ontbrekende uiterst lichte E-Types, maar de lessen die we uit het XKSS-project hebben getrokken, gaven ons een uitstekende startpositie voor de 25 laatste D-Types. Elk exemplaar zal tot in het kleinste detail perfect overeenstemmen met de originele specificaties van Jaguars competitieafdeling”, aldus Kev Riches, Engineering Manager bij Jaguar Classic